Vrij als een vogel in de lucht

Vrij als een vogel in de lucht: het klinkt als een oeroud cliché, maar voor wie een opleiding tot vliegtuigpiloot volgt, is dat een droom die waarheid wordt. Om de stuurknuppel in handen te kunnen nemen, heb je een vergunning nodig. In België bieden vliegscholen (de zogenaamde ATO of Approved Training Organisation) diverse mogelijkheden om de vereiste vergunning te bekomen en solo of met familie en vrienden tot ver buiten onze landsgrenzen te vliegen. 

ULM

Vooraleer een vliegopleiding te volgen, moet de kandidaat-piloot een keuze maken uit verschillende opties. De meest gekozen vergunningen zijn ULM (Ultra Light Motorised) en PPL (Private Pilot License). Een ULM is een luchtvaartuig met maximum 2 personen aan boord. In België gaat het om twee types. In de eerste plaats is er de DPM (Delta Plane Motorised) die bestaat uit een deltavleugel waaronder een driewieler is bevestigd is met de zitplaats(en), de motor bevindt zich achteraan. Voordelen zijn het onbelemmerde zicht in alle richtingen en het zeer aangename gevoel bij mooi weer. Een DPM is ook goedkoper en dus toegankelijker. Daarnaast is er de Multi Asser die meer weg heeft van een klassiek vliegtuig en ook zo wordt bestuurd (dus met voetpedalen en stuurknuppel). De meest eenvoudige toestellen hebben een buisstructuur bekleed met stof en kunnen kruissnelheden aan van 80 tot 150 km/u. Ze zijn robuust, wendbaar en gemakkelijk te landen, ook op kleinere vliegvelden. De modernere toestellen zijn gemaakt van composietmateriaal of aluminium en zijn performanter, waardoor ze ook geschikt zijn voor langere vluchten.

De opleiding start met een medisch onderzoek op basis waarvan een oefenvergunning wordt aangevraagd. Van zodra de papieren in orde zijn mag je onder leiding van een instructeur starten met de praktijkopleiding. De eerste fase van de opleiding gebeurt in dubbelbesturing met de instructeur aan boord. Na voldoende vlieguren in dubbelbesturing (doorgaans een 10- tot 20-tal) volgt de eerste (korte) solovlucht. Daarna wordt de rest van de opleiding afgewerkt tot een volwaardig vliegbrevet. Tijdens de praktische proef levert de kandidaat het bewijs van de kennis en vaardigheid. Het examen omvat een briefing, het afnemen van de test zelf, de beoordeling van de kandidaat, een debriefing en het opstelling van het examenrapport. Voorafgaand aan het praktisch examen staat ook een theoretisch examen over de luchtvaartwetgeving en -reglementering op het programma. Ten overstaan van een examinator moet het bewijs geleverd worden van de theoretische kennis (aerodynamica, meteorologie, techniek van het vliegen).

PPL

Met de opleiding tot privaat piloot (PPL) leer je vliegen met een sportvliegtuig. In België wordt dat gereglementeerd door verschillende wetten, Koninklijke en Ministeriële Besluiten. De gezagvoerder van het toestel is volledig verantwoordelijk voor het naleven van deze wetten, het Belgisch Bestuur der Luchtvaart waakt over de correcte toepassing ervan. Om de opleiding tot privaat piloot te starten is er geen minimumleeftijd vastgelegd. De kandidaat moet wel 17 jaar zijn om het praktijkexamen te mogen afleggen. Een diploma om te kunnen starten is niet nodig. Gezond verstand en motivatie zijn de voorwaarden tot succes. Voor het bekomen van een vliegvergunning moet de kandidaat-piloot beschikken over een bewijs van goed gedrag en zeden, beschikken over een medische vergunning en slagen in het theoretisch examen en het praktijk examen. Ook het slagen in een ELP (English Language Proficiency) test is vereist. De vliegvergunning blijft in principe levenslang geldig.

Om te kunnen vliegen moet je als piloot dus voldoen aan bepaalde medische eisen. Het zicht, gehoor, evenwicht, hart en bloed zijn de belangrijkste facetten van het onderzoek. Veel mensen denken dat een bril dragen een probleem is, maar dat is niet het geval.

De meeste personen voldoen probleemloos aan de medische eisen. Eenmaal de vergunning is behaald, moet de piloot regelmatig een onderzoek ondergaan.

Voor personen jonger dan 40 jaar is dat om de 5 jaar, voor personen tussen de 40 en 49 jaar om de 2 jaar en voor mensen ouder dan 50 jaar jaarlijks.

Theorie en praktijk

De theoretische opleiding tot privaat piloot beslaat ongeveer 120 uren en omvat in totaal 9 vakken: Luchtvaartreglementering, Navigatie, Meteorologie, Radiocommunicatie, Gewichts- en prestatieberekening, Kennis van het vliegtuig, Instrumenten, Vluchtbeginselen en Menselijke prestaties. Na de opleiding, doorgaans in klassikaal verband, volgt het officiële theorie-examen in het examencentrum van de FOD Mobiliteit. De praktijkopleiding kan starten parallel met de theorielessen. Op die manier kan de kandidaat-piloot de theorie koppelen aan de praktijk. In de eerste fase wordt vooral aandacht besteed aan de basisprincipes van het vliegen (rechtdoor vliegen, bochten nemen, klimmen en dalen), daarna leert men opstijgen en landen. Als de instructeur van mening is dat de leerling klaar is, staat de eerste (korte) solovlucht op het menu. Nadien beginnen de navigatievluchten met als hoogtepunt een ‘solo navigatievlucht’. Op het einde van de praktijkopleiding is er het praktijkexamen met een examinator aangeduid door het Directoraat-generaal Luchtvaart. Om dat examen af te leggen moet men eerst slagen in het theorie-examen en een vliegopleiding van minimum 45 uren achter de rug hebben, waarvan minimum 25 uren met instructeur en 10 uren solo (waarvan ten minste 5 uren overland vlucht en 270 km navigatie). In de praktijk is 60 à 65 vlieguren meer realistisch om een goede kans op slagen te hebben en zich ‘Private Pilot’ te kunnen noemen. Met een PPL mag men onbezoldigd (dus niet commercieel) vliegen met passagiers overdag, in goede weersomstandigheden en dit zowel nationaal als internationaal. Men mag enkel vliegen op het vliegtuigtype waarop het examen werd afgelegd.

ELP-Test

Een piloot die gebruik wil maken van de officiële radio-telefonie frequenties (ATC/Flight Information), moet zijn of haar taalvaardigheid bewijzen in de taal die door deze dienst gehanteerd wordt. De taal voor officiële radio-communicatie in het Belgisch luchtruim is Engels. De English Language Proficiencytest (ELP) moet mondeling afgelegd worden bij een erkend examinator of examencentrum.

Kostprijs

De totale kostprijs van een opleiding is afhankelijk van de progressie van de kandidaat. Globaal dient men toch te rekenen op een budget van +/- 15.000 euro voordat men een PPL vliegvergunning te pakken heeft. Meestal spreidt men dit over een periode van 1,5 tot 2 jaar. Een goedkopere optie is het motorvliegbrevet LAPL (Light Aircraft Pilot License). Deze laatste vraagt maar 30 uur vlieginstructie (in plaats van 45 bij PPL, ook te volgen bij een ATO) maar je bent dan alleen bevoegd om binnen Europa met maximaal 3 niet-commerciële passagiers te vliegen. De PPL-vergunning geldt wereldwijd en is dus een stuk interessanter.