De Broeck Van Laere & Partners cover

De Broeck Van Laere & Partners

“Ook commerciële geschillen zijn bij ons in bekwame handen”

Vanuit hun uitgebreide kennis en ervaring geven de advocaten van kantoor De Broeck Van Laere & Partners al sinds 1998 gericht fiscaal advies aan de bedrijfswereld. Maar ook vastgoedrecht en vennootschapsrecht behoren tot de expertise van het gerenommeerde advocatenkantoor met vestigingen te Brussel, Gent en Antwerpen. Op 1 juni 2022 vervoegde Meester Vincent Van Obberghen het advocatenkantoor als nieuwe partner. Hij kom het bestaande corporate team van De Broeck Van Laere & Partners versterken. Zijn specialisatie situeert zich vooral op het vlak van commerciële en vennootschapsrechtelijke geschillen en insolventieprocedures. Samen met zijn komst verhuist het Brussels hoofdkantoor van De Broeck Van Laere naar de prestigieuze Louizalaan te Brussel.

Gepaste opportuniteit

Vincent Van Obberghen heeft doorheen de jaren een ruime en erkende expertise opgebouwd in het voeren van complexe procedures en vaak moeilijke onderhandelingen voor ondernemers en ondernemingen. “Ik ben ondertussen al ruim een kwarteeuw ingeschreven aan de Balie en was iets meer dan tien jaar geleden een van de founding partners van Quinz Advocaten, een van de grote ‘nichekantoren’ in Brussel die zich toespitst op het adviseren en begeleiden van transacties, optreden bij geschillen en verzorgen van tijdelijke opdrachten in ondernemingen. Hoewel het kantoor internationale faam geniet en in 2019 zelfs de Trends Legal Award voor ‘beste advocatenkantoor in geschillenbeslechting’ mocht ontvangen, was ik toe aan een andere uitdaging. Quinz richtte zich de jongste jaren vooral op bijzonder grote dossiers. Onze professionele tijd raakte nagenoeg volledig opgeslokt door twee of drie grote ‘zaken’. Op zich een boeiende uitdaging, maar na verloop van tijd had ik de indruk dat het echte ondernemerschap van tien jaar geleden wat op de achtergrond werd geduwd. De enorme dossiers namen zodanig veel tijd in beslag dat we tal van andere, ook en vooral kleinere ondernemingen, niet konden bedienen. Met spijt in het hart, maar de omstandigheden verplichtten ons daartoe. Ik kende Meesters Leo De Broeck en Didier Van Laere al lang als uitstekende juristen op vlak van fiscaal en ondernemingsrecht en toen ik de vraag kreeg om hen als partner te vervoegen met het oog op het versterken van het bestaande corporate team, leek mij dat een gepaste opportuniteit om mijn carrière een andere wending te geven. Samen hopen we een breder pakket van juridische diensten aan de bedrijfswereld te kunnen aanbieden, inzonderheid op het vlak van commercieel recht en insolventierecht.”

Insolventieprocedures

Wat houdt het juridisch begeleiden van commerciële en vennootschapsrechtelijke geschillen nu precies in? “Dat slaat onder meer op contractuele betwistingen, vastgoedprocedures, aansprakelijkheidsdossiers en aandeelhoudersgeschillen, ondernemingsstrafrecht, post-acquisitieclaims en bancaire litiges. Daarnaast heb ik zelf een ruime ervaring verworven in insolventieprocedures met de bijzondere focus op procedures van gerechtelijke reorganisatie. Dat is een vakgebied dat vandaag in het zogenaamde ‘post-corona’-tijdperk meer dan ooit in de belangstelling staat. Door de pandemie en de economische gevolgen daarvan zijn verschillende ondernemingen in moeilijkheden geraakt. Zij zien zich geconfronteerd met geschillen en eventuele gerechtelijke reorganisatieprocedures en het is mijn taak om die bedrijven een toekomstperspectief te bieden. Tal van die bedrijven hebben een uitstekend businessplan, maar zien zich geconfronteerd met cashflowproblemen en daaruit volgende geschillen met schuldeisers. Als advocaat probeer ik aan te tonen dat die ondernemingen samen met ons een duidelijk plan hebben in functie van de continuïteit van het bedrijf in de toekomst. Uiteraard stellen we alles in het werk om dat buiten de rechtbank om voor alle partijen tot een goed einde te brengen. Als het niet anders kan, dan sta ik onze cliënten uiteraard ook met raad en daad bij voor de rechtbank.”

Commerciële geschillen

Het vermijden van procedures heeft niet alleen voordelen voor de onderneming in moeilijkheden. “Ook de schuldeiser heeft alle baat bij een duidelijk businessplan met goede afspraken. Op die manier bieden wij ook aan hun een perspectief, terwijl anders de kans groot is dat ze bij een gerechtelijke uitspraak met lege handen achterblijven. In dit vakgebied draait het voornamelijk om commerciële geschillen die wij door onze inbreng tot een oplossing proberen te brengen. Een ander aspect van mijn taak slaat op vennootschapsrechtelijke geschillen en juridische problemen tussen aandeelhouders. Een klassiek voorbeeld daarvan is de wil van een of meerdere aandeelhouders om de onderneming uit te breiden of deze een andere koers te laten varen, terwijl andere aandeelhouders daar lijnrecht tegenover staan. Vaak ontstaat daardoor een patstelling en dringt een ‘scheiding’ zich op met over het algemeen nadelige gevolgen voor beide partijen. Als jurist probeer ik alle partijen rond de tafel te krijgen om te onderhandelen, een taak die ik als advocaat bijzonder graag voor mijn rekening neem en waarbij ik ook op een zeer uitgebreide expertise kan bogen. Mijn taak is het conflict in rationele banen te leiden en aan te sturen op een bereidheid van een van de partijen om de andere uit te betalen zodat beide kanten verder kunnen zonder een complexe, jarenlang durende – en dure – procedureslag waar uiteindelijk niemand beter van wordt. Binnen het kantoor kunnen we zelf bemiddeling aanbieden, hetgeen de jongste jaren aan populariteit wint. Mijn collega Didier Van Laere is immers erkend bemiddelaar in burgerlijke en handelszaken.”

Meester Didier Van Laere voegt hieraan toe: “Het staat vast dat bemiddeling een opmars kent. Het is een bewezen en doeltreffende manier om op sneller, goedkoper en duurzamer conflicten aan te pakken. De bemiddelaar is een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige ‘derde’, die het proces begeleidt. De bemiddelaar kiest geen kant in het geschil. Hij of zij zorgt ervoor dat de betrokken partijen zich gehoord voelen in hun belangen. Hij of zij ondersteunt hen bij het zelf, samen zoeken naar een oplossing. De overeenkomst die bereikt wordt, noemt men het bemiddelingsakkoord, hetgeen bindend is voor partijen. Bemiddeling is een wettelijk erkende methode om conflicten op te lossen, buiten de rechtbank om (zgn. alternative dispute resolution). In vennootschapsrechtelijke geschillen zou het bijna verplicht moeten zijn om eerst bemiddeling een kans te geven. In de geschillenregeling voor de rechtbank moet men jammer genoeg vaak vaststellen dat de vennootschap zelf het kind van de rekening is en uiteindelijk – al dan niet na een gerechtelijke reorganisatie – failliet gaat. Procedures voor een rechtbank gaan te traag, terwijl de vennootschap nood heeft aan een snelle oplossing. Bemiddeling kan in dergelijke situaties soelaas brengen.”

Ervaren in onderhandelingstechnieken

Een al even bekend voorbeeld van een aandeelhoudersgeschil is een onderneming waarbij twee partners, bijvoorbeeld man en vrouw, elk 50% van de aandelen in handen hebben. “Op het ogenblik dat het tot een breuk komt, willen beide partijen van elkaar af, maar het gebeurt ook vaak dat beide partners de zaak verder willen zetten. Wie gaat wie dan uitkopen? Als er dan geen overeenkomst kan gevonden worden, lijden niet alleen de vennoten schade, maar ook en vooral de vennootschap zelf. De taak van ons advocatenkantoor is dan de onderhandelingen in goede banen leiden en één van beide partijen ertoe aanzetten de andere de vennootschap de kans te geven het bedrijf verder te laten zetten, zonder dat één van beide partijen financieel een slechte beurt maakt. Als advocatenkantoor zijn we bijzonder onderlegd in onderhandelingstechnieken en het opstellen van de nodige contractuele documentatie bij een overname van aandelen of eventueel handelsfonds, zonder daarbij de fiscaliteit uit het oog te verliezen. Interne reorganisaties zoals uittreding, uitsluiting, aandeelhoudersovereenkomsten en aandelenoptieplannen kennen geen geheimen voor ons. Ook wanneer ondernemingen onenigheid hebben met bijvoorbeeld hun bank treden wij op om de belangen van onze klanten te behartigen. In de eerste plaats als onderhandelaar, dat is altijd ons initieel uitgangspunt. Als dat onverhoeds toch misgaat, staan we de opdrachtgever uiteraard bij om haar of zijn rechten maximaal te verdedigen voor de rechtbank.”

Mensen maken het verschil

Meester Vincent Van Obberghen staat er natuurlijk niet alleen voor. Hij treedt toe tot een advocatenkantoor dat de afgelopen 25 jaar een uitstekende reputatie in het fiscaal recht, vennootschapsrecht en ondernemingsrecht heeft opgebouwd en met haar drie vestigingen nationaal actief is. Het bestaande corporate team is vooral gespecialiseerd in zogenaamde M&A dossiers, en het mogelijk procedureel werk dat hierop volgt. Bij een eventuele verkoop van een bedrijf hebben de advocaten van De Broeck Van Laere & Partners ook oog voor de eventuele successieplanning van de bedrijfsleider. Meester Didier Van Laere stelt: “We beschouwen dit als een noodzakelijke nazorg. Op het vlak van erfbelasting is België nog steeds een fiscaal paradijs. Zij die er op tijd aan denken, kunnen gemakkelijk 27% erfbelasting (in rechte lijn) op hun vermogen uitsparen. Het zou onverstandig zijn om hieraan geen aandacht te besteden.”

Zodoende kunnen ondernemers met tal van vragen en bezorgdheden bij de zakenadvocaten van De Broeck Van Laere & Partners terecht. Via publicaties op haar website probeert het kantoor om haar cliënteel proactief op de hoogte te brengen van actuele ontwikkelingen op het vlak van fiscaal en ondernemingsrecht.

Kwalijke tendens bij fiscale “huiszoekingen”

De fiscus mag een privéwoning alleen betreden met een machtiging van de politierechter. Maar als de ambtenaren toch binnen gaan in de privéwoning zonder (geldige) machtiging en daar bewijsmateriaal aantreffen, dan is dat bewijsmateriaal niet zonder meer onbruikbaar, oordeelt het Hof van Cassatie.

Meester Leo De Broeck verduidelijkt: “Bij een controle moet de fiscus zonder meer toegang kunnen krijgen tot de beroepslokalen van de belastingplichtige tijdens de werkuren. Ook in de privévertrekken van de belastingplichtige kan de fiscus een controle uitvoeren, maar daarvoor gelden strenge(re) voorwaarden. Dat is niet meer dan logisch, gezien de bijzondere bescherming die de privéwoning geniet op basis van de Grondwet. De belangrijkste voorwaarde is dat de fiscus eerst een machtiging moet vragen aan de politierechter.”

Wat als de fiscus zonder machtiging toch de privévertrekken betreedt? Als hij daar dan documenten aantreft waaruit blijkt dat bepaalde inkomsten niet zijn aangegeven, gaat het om onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. En onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal mag niet gebruikt worden voor een belastingaanslag. Dergelijke bewijzen moeten gewoon buiten beschouwing gelaten worden. Dat werd tot voor enkele jaren toch algemeen aanvaard.

Maar sinds 2015 ligt dat moeilijker. Meester Didier Van Laere legt uit: “Het Hof van Cassatie trok toen de zogenaamde Antigoon-leer uit het strafrecht door naar de fiscaliteit. Het uitgangspunt is dat onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal niet zonder meer verworpen moet worden (arrest van 22 mei 2015). Dat moet alleen gebeuren als het bewijs verkregen is op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat het gebruik van het bewijs in alle omstandigheden als ontoelaatbaar moet worden geacht, of nog als gebruik van het bewijs het recht van de belastingplichtige op een eerlijk proces in het gedrang zou brengen. Dat noemt men de Antigoon-toets.”

Onlangs heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat diezelfde principes ook spelen in de hierboven geschetste situatie, namelijk waarin de fiscus zonder (geldige) machtiging van de politierechter binnen gaat in een privéwoning en daar bewijzen aantreft van niet-aangegeven inkomsten. Het Hof van Cassatie herinnert ook nog eens aan de algemene principes. De fiscale wetgeving bevat geen algemene bepaling die het gebruik verbiedt van onrechtmatig verkregen bewijs voor het vaststellen van een belastingschuld of voor het opleggen van een verhoging of een boete. Het gebruik door de fiscus van onrechtmatig verkregen bewijs moet wel worden getoetst aan de beginselen van behoorlijk bestuur en het recht op een eerlijk proces.

Meester Leo De Broeck vult aan: “Ondanks het feit dat de Antigoon-leer in fiscale zaken intussen al goed bekend is, verbaast dit arrest eigenlijk nog. De woning is immers onschendbaar volgens de Grondwet (artikel 15), en van dat principe kan alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden afgeweken worden. Dat de fiscus de wettelijke voorwaarden met betrekking tot de machtiging van de politierechter niet naleeft, is dus niet zomaar een vormfoutje. In dat licht bekeken, roept het arrest bij sommigen de vraag op hoe het nog zit met de rechtsbescherming en de privacy van de belastingplichtige.”

Een verzwarende omstandigheid is dat in dit geval op het adres van de woning van de betrokkene de maatschappelijke zetel van zijn vennootschap gevestigd was. “De bedrijfslokalen van die vennootschap lagen bovendien naast de woning. In die omstandigheden werpt de fiscus vaak op dat de grenzen tussen privé en professioneel vervagen, zeker als ook de boekhouding bewaard wordt in de woning. Het is mogelijk dat een rechter meegaat in die redenering en, in zijn afweging van de Antigoon-criteria, een eventuele schending van de privacy door de fiscus minder zwaar laat doorwegen in een dergelijke situatie.” Het is dus niet altijd even verstandig om een vennootschap te vestigen op een privaat adres.

“Wat op het eerste gezicht een heel principiële uitspraak van het Hof van Cassatie lijkt, zal in de praktijk gemilderd worden en o.i. afhangen van de concrete omstandigheden van de zaak.”

Meer info:

De Broeck Van Laere & Partners
Louizalaan 209A
B-1050 Brussel
Tel: +32 2 423 00 42
www.dvp-law.com